Babyfase (0-1 jaar): Ontwikkeling en groei

Misschien wel de meest bijzondere ontwikkelingsfase van het kind: De babyfase. Een periode dat loopt vanaf de geboorte tot de eerste verjaardag en bomvol mijlpalen staat. In dit artikel staan we stil bij de belangrijkste kenmerken van deze fase, inclusief fysieke groei, motorische vaardigheden, cognitieve ontwikkeling, sprongetjes en andere waardevolle inzichten in de ontwikkeling van je baby.

Wat houdt de babyfase in?

De eerste 12 maanden van het leven noemen we de babyfase. Een tijd van intense veranderingen (voor de ouders en het kind) waarin de kleine zich ontwikkelt van een hulpeloze newborn tot een actieve en nieuwsgierige dreumes. Deze periode staat vol met belangrijke mijlpalen op het gebied van zowel fysieke als mentale ontwikkeling. Deze eerste levensjaar kunnen we onderverdelen in:

Pasgeboren fase (0-2 maanden): Het pasgeboren hummeltje is vooral gericht op overleven en wennen aan hun nieuwe wereld. Dit maakt hem of haar erg afhankelijk van de verzorgers, voor voeding, maar ook warmte en veiligheid bijvoorbeeld.

Zuigelingenfase (2-6 maanden): Na die eerste 2 maanden begint de baby wat actiever te worden. Van leren omrollen en grijpen tot de omgeving bewuster verkennen.

Mobiele fase (6-12 maanden): In deze fase ontwikkelt het kind een aantal motorische vaardigheden zoals zitten, kruipen, staan en uiteindelijk lopen. Maar maakt ook gigantische stappen op cognitief gebied. Denk hierbij aan hechting en communicatie.

Fysieke groei en motorische vaardigheden

Gewichtstoename

Baby’s maken nogal een grote groei mee tijdens het eerste jaar van hun leven. Niet alleen op motorisch, emotioneel en cognitief gebied, maar ook lichamelijk. Zo verdubbelen ze vaak hun geboortegewicht in de eerste paar maanden, iets wat ook wel heel belangrijk is voor de ontwikkeling van de organen en het immuunsysteem.

Motorische vaardigheden

Het eerste levensjaar van het kind staat in teken van ongekend grote fysieke ontwikkeling, voornamelijk op motorisch vlak. Allemaal vaardigheden die de basis vormen voor de algehele groei en de interactie van de baby met de omgeving. We verdelen de motorische ontwikkeling in twee categorieën en bespreken ze ieder apart.

Grove motoriek

Grove motoriek omvat de grote bewegingen van de spieren, zoals die in de armen en benen. Iets wat ontzettend belangrijk is voor het omrollen, zelfstandig zitten, kruipen en uiteindelijk ook staan en lopen.

Omrollen (4-6 maanden): De meeste baby’s beginnen tussen 4 en 6 maanden met bewust omrollen. Iets wat je kleine helpt om eigen lichaam beter te begrijpen en de omgeving beter te verkennen. Een super belangrijke stap in de motorische ontwikkeling, omdat het gezien kan worden als de eerste stap voor onder andere zitten en kruipen.

Zelfstandig zitten (6-8 maanden): Tegen de tijd dat ze ongeveer 6 maanden oud zijn, kunnen veel baby’s zitten zonder steun. Een vaardigheid dat de rugspieren van de kleine versterkt en evenwicht verbetert. Kunnen zitten maakt contact maken natuurlijk makkelijker en kun je verwachten dat je kleine het heel graag doet. Begin van de ‘zelf doen’ fase is hiermee geboren.

Kruipen (8-10 maanden): Over het algemeen begint de baby in deze periode met kruipen. Een vaardigheid dat helpt spieren verder te ontwikkelen, maar ook groeiende nieuwsgierigheid stimuleren. Super leuk om ze steeds sneller vooruit te zien komen op hun handen en knieën, omgeving verkennen en de boel onveilig maken. Ze leren er ook zo ontzetten veel van, zoals cause-and-effect-relaties, zoals dat ze zelfstandig ergens bij en heen kunnen. Voor de ouders meestal ook een leerzame tijd met besef dat ze ogen te kort komen tijdens het opvoeden van hun kleine wonder.

Staan en lopen (9-12 maanden): Zo rond 9 maanden begint het kind zich langzamerhand steeds vaker op te trekken aan meubels en probeert het te staan. Een fantastische periode vlak voordat ze leren lopen. Rond de eerste verjaardag kan de baby over het algemeen zelfstandig een aantal stappen zetten. Een vaardigheid dat zich heel snel ontwikkelt en je kleine wonder in staat stelt de wereld steeds meer onafhankelijk te verkennen en zelfstandiger te worden.

Fijne motoriek

Fijne motoriek staat voor alle kleine bewegingen waar meer precisie voor nodig is, zoals het gebruik van de handen en vingers. Vaardigheden die wij vanzelfsprekend vinden, moet je mini-me nog ontwikkelen. Iets wat belangrijk is voor activiteiten als:

Grijpen en vasthouden (0-6 maanden): In de eerste maanden ontwikkelt de baby al haar grijpreflex, waarbij ze instinctief naar objecten reiken. Tussen 4 en 6 maanden wordt dit steeds bewuster, wat helpt om bijvoorbeeld speelgoed en andere voorwerpen te verkennen.

Kleine bewegingen (6-12 maanden): Hoe groter en sterker ze worden, hoe meer ze als het ware experimenteren met het oppakken van kleine dingen zoals de speen, speelgoed of eten. Een vaardigheid dat belangrijk is voor de ontwikkeling van de hand-oogcoördinatie. Het kunnen gebruiken van eigen vingers om te wijzen of knijpen is een teken dat de fijne motoriek zich ontwikkelt.

Spelenderwijs stimuleren

Een rijke omgeving met babyproof speelgoed en verschillende activiteiten en een veilige plek om spelenderwijs te ontdekken zorgt voor uitnodigende prikkels die de nieuwsgierigheid en leergierigheid aanwakkeren. De meest natuurlijke manier om het kind te stimuleren aan zijn of haar ontwikkeling te werken. Actief deelnemen en betrokken zijn als ouder versterkt ook nog je band met het kind, wat weer heel belangrijk is voor de emotionele veiligheid en zelfvertrouwen. Kortom, dit stukje bewust meenemen in de opvoeding is een must voor een goede basis. Hieronder hebben we 4 praktische tips voor je op een rij gezet:

♦ Zorg voor een veilige ruimte waar je baby kan omrollen, kruipen en ontdekken zonder risico op verwondingen in welke vorm dan ook.

♦ Haal speelgoed in huis dat onder andere motorische vaardigheden stimuleert zoals zachte blokken en ballen (die te groot zijn om in de mond te stoppen), rammelaars, piepspeeltjes om in te knijpen, Sophie de Giraf, babygym, babydoekjes, een babyspiegel…

♦ Speel samen spelletjes die de motoriek bevorderen zoals kiekeboe, samen zwemmen, fietsen met de armpjes en beentjes tijdens omkleden…

♦ Leg je baby dagelijks op zijn buik (tummy time) om de nek-en rugspieren sterker te maken. Dit hebben ze nodig om te kunnen om omrollen, maar ook alle vaardigheden erna zoals zitten en kruipen.

Het belang van hechting

Hechting is een noodzakelijk aspect van de sociaal-emotionele ontwikkeling van de baby. Zie het als de basis voor hun sociaal-emotionele groei. Dit begint al in de eerste paar maanden door zich te hechten aan papa en mama via interactie zoals huid-op huid contact, knuffelen en oogcontact. Als moeder is deze band met je kind broodnodig voor hun gevoel van veiligheid en vertrouwen. Niet alleen nu, maar ook later in het leven. Hoe kun je deze belangrijke hechting als het ware voeden?

♦ Leer de signalen van je baby herkennen. Door in te spelen op zijn of haar behoefte en emoties, geef je als ouder een sterk gevoel van veiligheid. Een reactie dat je kleine helpt om zich vrijer te voelen in de wereld om zich heen.

Stabiliteit is zo ontzettend belangrijk. Zorg er daarom voor dat je mini-me niet aan te veel verzorgers hoeft te wennen. Een vaste groep versterkt zijn of haar gevoel in anderen. Een basis dat hun leven leven lang een belangrijke rol speelt.

♦ Zijn er meerdere verzorgers, zoals kinderopvang in het geval van werkende ouders, dan is het extra belangrijk om zogenaamde warme wisselingen te creëren. Blijf bij je kleintje tijdens deze momenten om de overgang soepeler te laten verlopen en te helpen wennen aan de verandering.

♦ Negeer je kind niet als hij of zij contact probeert te maken maar reageer actief. Gehoor geven is een belangrijke factor voor jullie sterke band.

♦ Je kindje wiegen, aanraken en knuffelen is om zoveel redenen belangrijk, waaronder een veilige omgeving creëren.

♦ Speel met je baby, zing voor je baby, praat met je baby (en benoem wat je doet). Het is niet alleen leuk en gezellig, maar is ook belangrijk voor de hechting. Al deze verschillende vormen van communicatie helpen het kind de wereld beter te begrijpen.

♦ Een positieve benadering en complimentjes geven geeft het kind zelfvertrouwen. Vaak werkt het motiverend waardoor ze het gewenst gedrag sneller zullen herhalen. Al deze tips samen zorgen ervoor dat je baby zich veilig gaat voelen.

Cognitieve ontwikkeling

Alle ontwikkelingsgebieden zijn nauw met elkaar verbonden. Zo heeft iedere actie of activiteit invloed op meerdere vlakken. Met je baby praten tijdens het omkleden en zingen of alles benoemen en fietsen met de mini armpjes en beentjes heeft gevolgen voor de motorische ontwikkeling, maar ook taal- en sociaal-emotionele ontwikkeling. Wat weer gekoppeld is aan de cognitieve ontwikkeling. De groei die alles te maken heeft met leren en denken start al tijdens de zwangerschap in de baarmoeder. Wanneer je kleintje in staat is licht en donker van elkaar te onderscheiden bijvoorbeeld. Deze eerste waarnemingen zijn de basis waarop latere denkprocessen gebouwd worden. Met elke nieuwe ervaring groeit zijn verstand en ontwikkelt zijn of haar fantasie. En ja, zelfs de eerste huiltjes en geluidjes die het kind maakt zijn stappen op weg naar taal.

Van reflex en herkenning naar bewuste acties

Zo rond de 2-3 maanden beginnen baby’s over het algemeen gezichten te herkennen. Dit helpt hen verbinding te maken met de verzorgers. In dezelfde periode begint het kind ook bewustere bewegingen te maken. Gericht een speeltje pakken en in zijn mond stoppen bijvoorbeeld. Elk voorwerp dat ze aanraken, iedere klank die hij of zij nadoet, is een stap in zijn leerproces. Hoe ouder ze worden, des te meer communicatieve vaardigheden ze ontwikkelen naast huilen zoals brabbelen, kieren en de eerste woordjes. Vaardigheden die je als ouder kunt stimuleren door samen te spelen, dingen die je doet te benoemen, geluiden te maken en het kind aan te moedigen om te reageren.

Het ontstaan van objectpermanentie 

Als je baby 6-9 maanden oud is maakt hij een sprongetje in zijn geheugen: het kind begint doelgericht te handelen. Hij snapt nu dat een speeltje dat onder een doek ligt niet verdwenen is, maar ligt te wachten tot het ontdekt is. Hij snapt dat iets wat niet meer zichtbaar is, nog wel bestaat. Dit begrip wordt ook wel objectpermanentie genoemd en is super belangrijk voor zijn groeiende cognitieve vaardigheden.

Taalontwikkeling: Van huilen naar gesprekken

In het begint communiceert je baby vooral door te huilen, maar in de loop der tijd ontwikkelt hij zijn eigen klanken. Het kind probeert luisterend met je te praten en probeert op zijn manier een gesprek met je te voeren. Tegen de tijd dat hij zogenaamd baby af is, klinkt zijn gebrabbel steeds meer als echte woorden. Elk geluid dat hij of zij maakt, kun je als een bouwsteen zien voor zijn toekomstige communicatievermogen. Een belangrijk onderdeel van zijn ontwikkeling, niet dat er onbelangrijke delen zijn, die je kunt stimuleren door veel verbale taal te gebruiken in je contact met de kleine. Praat met hem alsof hij je verstaat, zing, benoem alles en start vroeg met voorlezen. Je stimuleert hiermee automatisch ook zijn cognitieve ontwikkeling, die dus nauw verbonden is met andere ontwikkelingsgebieden, net zoals met interactief spelen, actief meedoen en speelgoed met verschillende texturen en geluiden aanbieden.

Sprongetjes

De snelle ontwikkeling in het eerste jaar gaat gepaard met een heleboel sprongetjes oftewel pieken en veranderingen. Dit zijn momenten dat de ontwikkeling nog sneller gaat en het kind nieuwe vaardigheden afvinkt. Vaak gaat dit in combinatie met meer huilen dan anders, extra humeurig zijn en zich anders gedragen dan anders. Niets om je als ouder zorgen over te maken, al is een sprongetje pittig voor iedereen. Hoewel ieder kind in zijn eigen tempo ontwikkelt en alle ruimte verdient dit te kunnen, hebben we de belangrijkste sprongetjes als richtlijn voor je op een rij gezet.

Leestip! Een interessant wetenschappelijk onderzoek over de sprongetjes-theorie.

♦ Met ongeveer 5 weken wordt de baby zich bewuster van zijn omgeving. Om hem of haar hierbij te helpen en ondersteunen is het belangrijk dat je als ouder oogcontact met hem maakt, maar heldere kleuren gebruiken en bewegingen maken om zijn aandacht te trekken helpt ook.

♦ Rond de 8 weken is er weer een sprongetje. Dit keer staat de sociale interactie centraal. Moedig je mini-me aan om te glimlachen, zoek interactie door regelmatig te lachen en praten bijvoorbeeld. Veel knuffelen is altijd een goed idee.

♦ Je bent nauwelijks bijgekomen van de laatste of de volgende sprongetje is er al. Met ongeveer 3 maanden om wat preciezer te zijn. Dit keer draait het om de motorische vaardigheden en brabbelen. Je helpt je kleine een handje extra door hem vaak op een zachte ondergrond te laten oefenen met omrollen bijvoorbeeld, maar ook een veilige speelomgeving creëren met verschillende speelmaterialen aanbieden en aanmoedigen is een heel goed idee.

♦ Rond 6 maanden zorgt het sprongetje voor meer vaart op het gebied van kruipen en zitten. De beste manier om je baby hierin te ondersteunen is om wederom een veilige speelruimte te creëren waar het kind kan aansterken, ontdekken, bewegen en kruipen.

♦ Ongeveer 3 maanden later, met 9 maanden probeert je kleine wurmpje alweer te staan. Door hem steun te bieden (niet te veel) bij het opstaan terwijl hij zich aan meubels ondersteunt en zijn pogingen aan te moedigen zorg je ervoor dat hij het blijft proberen en dit gedrag herhaalt.

♦ Met circa 12 maanden, zo rond de eerste verjaardag, vindt het laatste sprongetje van de baby plaats. Zijn verbale taal in de vorm van eerste woordjes en zijn zelfstandigheid maken ineens grote stappen. Door onder andere samen boekjes door te bladeren, voorlezen, zingen en veel praten tegen je kleine help je hem in zijn ontwikkeling.

 

 

 

 

 

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven